In het vorige artikel heb ik je uitgelegd hoe je de 'Ik-en-Jij-steek' kunt gebruiken om je haakwerk in elkaar te zetten, bijvoorbeeld als je twee delen van je haakwerk die tegen elkaar aanliggen, met elkaar wilt verbinden. Deze steek kun je prima gebruiken als je twee rechte delen met elkaar verbindt. Bij het vastzetten van een mouw werkt dat net even anders. Hoe precies? Dat leg ik je hieronder uit.
Het in elkaar zetten van het Romantische Kanten Vest en het Sprankelend V-Vest gaat net even anders dan dat je normaal gesproken haakwerk in elkaar zet. Beide patronen zijn uit één stuk gehaakt. Je hebt daardoor geen zijnaden in het vest. Dat is heel fijn en het wordt direct ook een stuk makkelijk om zo'n vest te haken. Je kunt daardoor alleen niet zo gemakkelijk de mouwen inzetten. Iets dat wel zou kunnen wanneer je allemaal losse panden hebt.
In het geval van het Romantische Kanten Vest en het Sprankelend V-Vest moet je namelijk de schoudernaden dicht haken. Je hebt dan enkel nog een opening om de mouw in te zetten. De mouwen moet je eerst helemaal naaien, om vervolgens de mouw in te kunnen zetten in het vest. Daar komt flink wat handigheid bij kijken. Het leek me daarom goed om je te laten zien hoe je dat precies kunt doen.
Je legt eerst je haakwerk plat voor je neer. Zo:
Links heb je de voor- en achterkant, waarbij de schoudernaad al dicht is genaaid. Rechts zie je de mouw die ook al dicht is genaaid. Je hebt nu 4 steekmarkeerders nodig. De eerste steekmarkeerder zet je precies op de helft van het aantal steken van de bovenkant van de mouw. Vervolgens zet je een steekmarkeerder precies op de schoudernaad. Plaats nu een steekmarkeerder op de splitsing van de armsgaten. De laatste steekmarkeerder zet je precies op de naad van de mouw. Als je je haakwerk zo plat voor je hebt zie je heel goed waar al deze punten zich bevinden, maar zodra je het haakwerk echt in elkaar gaat zetten, is dat wel anders. Het wordt dan allemaal één geheel en je ben echt kwijt waar precies de schoudernaad of de naad van de mouw was...
Je kunt het beste beginnen bij de schoudernaad. Om de mouwen in te zetten heb je eerst een lange draad nodig. Zorg ervoor dat de draad twee keer zo lang is als de lengte die je nodig hebt (dus 2x de lengte van de schoudernaad naar de onderkant van de opening voor de arm).
Je kunt nu de steekmarkeerder bij de schoudernaad verwijderen en de draad daar door de steek heen steken. Zorg er nu voor dat je de twee uiteinden van de draad op gelijke hoogte brengt. Het midden van de lange draad bevindt zich daardoor op de plek van de steekmarkeerder. Maak er een knoopje in zodat de draad goed blijft zitten. Je hebt zo een draad waarbij je de ene kant kunt gebruiken voor de voorkant van de mouw en de andere kant voor de achterkant van de mouw.
Begin met de draad voor de voorkant, je haalt deze door de naald heen. We gaan nu de Ik-en-Jij-steek gebruiken om de mouw in te zetten, waarbij we wel even tegen een handicap aanlopen. Je ziet dat de mouw helemaal netjes recht is, maar dat de zijkant van het vest niet zulke duidelijke steken heeft. Het is dan niet heel duidelijk waar je in moet steken.
Doordat je steekmarkeerders hebt gebruikt, heb je goed zicht op of je gelijk blijft lopen. Je steekt de eerste steek in, precies op de plek waar de steekmarkeerder in de mouw zit. Je weet dat je dan precies in het midden zit. Je gaat nu de eerste Ik-en-Jij steek maken.
Je pakt bij de mouw telkens de steek die zo mooi zichtbaar is en bij het pand moet je even kijken waar je hem mooi in kunt steken. De steken van de mouw lopen niet altijd gelijk met de steken van het pand. Het is daarom belangrijk dat je de draad regelmatig aantrekt om te kijken of de steken van de mouw goed aansluiten bij de steken van het vest. Hierbij let je in het begin vooral op of de steekmarkeerder in de mouw (die ook het midden van de mouw aan de bovenkant aangeeft) aansluit op de schoudernaad.
Weet je zeker dat je in het midden zit en dat je verder kunt met het inzetten van de voorkant van de mouw? Dan kun je de steekmarkeerder (in mijn geval de groene) eruit halen. Je gaat nu verder met het inzetten van de rest van de mouw. In het begin is dit eigenlijk niet heel erg spannend, zolang je maar oplet waar je insteekt. Na een drietal steken voeg ik de steekmarkeerders aan de onderkant van de mouw samen. Ik leg het haakwerk weer even plat, zodat goed zichtbaar is hoe de ruimte verdeeld is.
In onderstaande afbeelding zie je dat hier, bij mijn vinger, wat meer ruimte lijkt te ontstaan ten opzichte van de mouw. Dat betekent dus dat ik bij het voorpand iets grotere steken moet maken, om ervoor te zorgen dat de mouw straks goed aansluit én dat het midden van de mouw ook daadwerkelijk bij de splitsing van de armsgaten uitkomt.
Blijf de draad dus steeds aantrekken, zodat je kunt kijken of je steken aan moet passen. Bij een teveel aan ruimte gaat het bobbelen bij de mouw en dat is echt niet mooi. Telkens als je de draad aantrekt, controleer je of er bobbels ontstaan bij het stuk dat al is ingezet met de Ik-en-Jij-steek én of er te veel ruimte is tot aan de splitsing in het armsgat.
Je kunt op deze manier door blijven haken, tot je bij de steekmarkeerders bent aangekomen. Je ziet hieronder dat ik precies met de steken ben uitgekomen en ik hoop dat het jou ook is gelukt!
Het is nu tijd om aan de achterkant te beginnen. Je kunt de steekmarkeerders verwijderen, want je weet dat de voorkant er helemaal recht en precies inzit. Je laat de draad die je zojuist hebt gebruikt voor wat het is, het afhechten doe je later. Keer het haakwerk om, waar de volgende draad voor je klaar hangt.
Je doet hetzelfde als net bij de voorkant, alleen dan in spiegelbeeld. Je doet de Ik-en-Jij-steek nu net de andere kant op. Als je net de hele voorkant hebt gedaan, is dat best even wennen. Je moet andersom gaan denken. Dat duurt maar even hoor, als de eenmaal de eerste steken hebt gezet ben je er alweer aan gewend.
Zodra de je eerste drie steken hebt gezet, trek je de draad aan en controleer je of je een mooie doorloop op de schoudernaad hebt. Als dat het geval is, kun je verder met de volgende steken. Na weer drie steken controleer je hoe het gaat vallen. In het voorbeeld kun je zien dat het heel mooi valt:
Indien dit bij jou ook het geval is, kun je rustig verder gaan met het inzetten van de mouw. Check altijd even na een paar steken of het allemaal nog net zo mooi aansluit en of er geen gekke bobbels ontstaan. Je kunt zo heel de mouw inzetten.
Als je de mouw bijna volledig hebt ingezet, dan kom je op een punt dat je niet meer tussen de panden door kunt om ze op te pakken. Je verhuist dan naar de achterkant, om met je vingers het haakwerk te spreiden. Je houdt dan meer overzicht.
Het is dan nog steeds goed je best doe om het mooi aan te laten sluiten. Ga nu niet gehaast werken omdat je het zo graag af wilt krijgen en omdat je bijna klaar bent. Kijk nog steeds steek voor steek of de mouw goed aansluit. Het is gewoon even onhandig zo met je handen overal tussen.
Doordat je met de steekmarkeerders hebt gewerkt, weet je dat het goed zit en alles aan zal sluiten. Dat is voor mij altijd een hele geruststelling.
Ben je bij de laatste steek aangekomen? Trek de draad daarna aan en de mouw is helemaal gesloten. Je steekt de twee draden naar binnen en legt er een stevige knoop in. Doe beide draden nu in de naald en de eindjes kun je door de naad heen weven. De uiteindes van de draad kun je uiteindelijk afknippen. Zo is de draad helemaal weggewerkt.
Je vest is nu klaar. Je hebt een vlakke mouwinzet waar je nergens een draadje ziet. Het is even een klusje, maar het is meer dan de moeite waard!
Je hebt nu het laatste stukje van het proces van het in elkaar zetten van een vest gezien. Ik had als voorbeeld het Romantische Kanten vest, van mijn nieuwste patroon dat is verschenen. Het vest is gehaakt met Puur Natuur uit mijn eigen garenlijn, wat ook verkrijgbaar is in mijn webshop.

Wendy, heb je hier ook een video van?

Een artikel lezen is natuurlijk heel prettig, maar soms kan het makkelijker zijn om de uitleg op video te zien. Je kunt de video met de uitleg over het inzetten van mouwen hier bekijken.

0 Comments

Leave a Comment