Als je je haakwerk voor een heel groot deel klaar hebt, wordt het tijd om de randen af te werken. Er zijn dan talloze mogelijkheden om dit te doen. Je kunt de rand netjes recht afwerken, maar je zou ook een schulprand kunnen haken. De grootste vraag is vooral hoe je dat doet. Hoe kun je ervoor zorgen dat je de boven- en zijkant van je haakwerk zo mooi mogelijk kunt afwerken? In deze serie behandel ik verschillende technieken van het afwerken van een rand, zodat jij ervoor kunt zorgen dat je deken maar ook de boord van je kledingstuk netjes is afgewerkt. 
In het eerste artikel uit de serie randjes en kantjes laat ik je zien hoe je een basis onderrand haakt. Deze rand haak je om heel je haakwerk heen en dit zorgt ervoor dat je haakwerk mooi wordt afgewerkt. Deze techniek dient ook als basis voor andere manieren om randen van je haakwerk af te werken.
Stel je eens voor dat je een deken hebt gehaakt en je alle draadjes hebt weggewerkt. Dan heb je eigenlijk al een mooie rechte zijkant. Zeker als je het gedraaide keerstokje hebt gebruikt. Weet je niet hoe het gedraaide keerstokje werkt en trekt jouw haakwerk regelmatig scheef tijdens het haken? Lees dan zeker het artikel 'Het nieuwe gedraaide keerstokje'.
Terug naar de rand. Als je dus de draadjes hebt weggewerkt, ziet het er op het eerste oog netjes uit. Je blijft alleen wel de overgangen zien. Daarom hou ik ervan om mijn haakwerk te omlijsten met een basis onderrand. Hoe je dit zelf kunt doen, ga ik je uitleggen.
Het idee van de basisrand is dat je heel je werk sluit en het vormt ook gelijk een basis om andere randafwerkingen op te zetten. De zijkant van je deken kun je dus afwerken met zo'n basisrand. Je doet dit door de draad te nemen waarmee je de rand op gaat zetten. Het maakt eigenlijk niet uit welke kleur je hier kiest, je mag iets kiezen wat je zelf het mooiste vindt. Het belangrijkste is dat je de draad vast zet met een vaste.
Je maakt 2 lossen en die leg je naast je haakwerk. Zo dus:
De vaste en 2 lossen liggen er dus losjes op en op die plek steek je weer in en maak je de volgende vaste. Maak nu 2 lossen. Daar kies ik bewust voor omdat ik al een grotere haaknaald en een wat grover garen gebruik. Je kunt er natuurlijk als je met ander garen werkt 3 steken van maken.
Leg de 2 lossen er weer tegen aan en dan zie je weer waar je volgende vaste steek moet komen. Weer 2 lossen, het werk er tegenaan leggen en aan de hand daarvan bepalen waar je volgende vaste komt. Op die manier ontstaat er een lijstje om je haakwerk heen. Het sluit het haakwerk heel mooi in en alle onregelmatigheden vallen weg.
Het randje dat je nu hebt gemaakt heeft ook openingen. Dat komt doordat je telkens 2 lossen maakt. de openingen kun je gaan gebruiken om bijvoorbeeld schulpjes te maken of picootjes te haken. Hoe je dat precies doet, leg ik je in de volgende artikelen uit deze serie uit.
Inmiddels heb ik de hele zijkant verder gehaakt en kom ik bij de hoek van het deken aan. Daar is het belangrijk om even goed op te letten. Als je bij de hoek aankomt moet je namelijk opletten dat je niet óp de hoek uitkomt. Ik kom daar gelukkig niet uit, dus ik kan de hoek mooi afwerken. Met 2 lossen red ik het niet om de hoek om te komen, dus ik maak 2 extra lossen. Dat zorgt ervoor dat ik heel mooi de hoek om kan en daar later ook een schulpje zou kunnen maken.
Je kunt daardoor zien waar je de volgende vaste kunt maken. Zo zie je dat je gelijk een mooie afwerking van je hoek hebt. Je hebt deze rand gebruikt om de oneffenheden aan de zijkant weg te werken. Alleen als je de hoek om bent gegaan, kom je op een stek wat eigenlijk al heel recht is afgewerkt. Je kunt gewoon op deze toer verder gaan. Let wel even op welke steken je daar hebt gebruikt, en gebruik die ook voor de rand. Het komt er dan heel netjes uit te zien.
Ik gebruik nu een afstekende kleur aan de hand, dus het blauw en roze steekt goed tegen elkaar af. Vind je dat niet mooi? Dan kun je natuurlijk ook de rand afwerken met dezelfde kleur. Dat is helemaal mooi om te doen als je deken in een effen kleur is.
Je haakt op deze manier om heel je project heen, waarmee je de basis legt voor een mooie randafwerking. Als je je haakwerk simpel wilt houden, dan is dit al voldoende. Je hebt een mooi lijstje om je haakwerk heen gehaakt.
Bij het truitje dat ik aan heb, heb ik de V-hals overal geminderd. dat zie je. Hoe netjes je het ook zou doen, je blijft die hobbeltjes zien waar je hebt geminderd. Daarom heb ik als basis de onderrand gehaakt en daarop heb ik pas mijn boord gehaakt. Dat heb ik ook zo gedaan bij de hals van het strandtruitje, waar ik voor het eerst de boordstek voordeed. De boordsteek is op een onderrand gehaakt. Als je de boordsteek wilt oefenen, dan kun je hier het artikel lezen.
Je kunt de onderrand gebruiken om verder op te haken met een heel simpel stokje. Ik heb het stokje eraan gemaakt in de opening die je net gemaakt hebt. Daar haak je 2 stokjes. Zelf doe ik er 3, want dan heb ik een mooie overloop, doordat de steek er nog tussen zit. ik haak de rand even verder tot aan de hoek en daar laat ik even zien hoe je de hoek mooi af kunt werken. Je ziet op onderstaande foto al hoe mooi de rand wordt door puur een simpel stokje te haken. Zonder dat de deken zelf gaat bobbelen. Dit komt omdat het helemaal mooi wegvalt langs de rand in de onderrand die je even hiervoor hebt gemaakt.
Als je de hoeken omgaat, moet je nog even een tussensteek haken, net zoals je dat met de stokjes doet. Je moet dan per deken kijken hoe dat uitvalt. Het kan zomaar zo zijn dat ik in de uitleg maar 2 stokjes nodig had en jij er 3 moet haken. Ik doe dan 2 lossen en dat wordt de hoek. Je krijgt nu op de hoek ook een mooie rand, terwijl het haakwerk mooi vlak blijft. Je kunt dit effect bereiken door eerst een onderrand te haken.
In het volgende deel van de serie laat ik je zien hoe je schulprandjes haakt. Wil je deze uitleg liever op video zien? Bekijk dan de video hier.


0 Comments

Leave a Comment